Door Albert Lusink
De eerste uitslag kwam op naam van Erik Bakker. Als een volleerd slalomskiër vond hij zijn weg door de vijandelijke linies en kon gelijk de felicitaties in ontvangst nemen. De voorsprong werd verdubbeld door Anton de Munnik. In een overmachteindspel maakte hij gebruik van een bekende truc om de winst binnen te halen. Henk van Renselaar haalde vernietigend uit met een damzetje. Henk Mostert Jzn. werd juist het slachtoffer van een damcombinatie. Aan de beide hoogste borden werd de vrede getekend in de partijen van Henk Mostert Azn. en Harry Beekman. Albert Lusink had schijfwinst af weten te dwingen en hoewel het eindspel nog even listig was, liet hij zich de winst niet meer ontgaan. De remise van Freek Jongerman was het belangrijke 11e punt. Maikel van den Esker zette zijn tegenstandster zo vast dat deze alleen nog een schijf kon offeren, maar ook dat kon geen redding meer brengen. Alie Beekman was de 1e die een materiele voorsprong wist te verkrijgen, dankzij een bekend damzetje, waarna de dam alleen ten koste van een schijf kon worden afgenomen. Dit ging zo (Alie met zwart):
Toch werd dit de langste partij, maar in een stand met een dam en 3 schijven tegen een enkele dam mocht ze de beide punten bijschrijven. Hiermee werd de eindstand op 15-5 bepaald.