Door Albert Lusink
Onbestaanbaar
In het volgende voorbeeld is zelfs sprake van een dubbele fout. De partij was slechts 7 zetten ver toen de volgende stand op het bord kwam. De witspeler kwam hier met 33-29 en dan is 17-21 26x17 11x31 36x27 niet zo moeilijk te zien.
Zwart had hier totaal geen oog voor en nam de ruil met 20-24 29x20 15x24 en nu had wit naar dam kunnen gaan:
Inesistenza is de naam waaronder de witspeler opereerde. Zonder kennis van de Italiaanse taal, als dit al Italiaans is, zou je kunnen denken dat dit zoiets als onbestaanbaar betekent. Wel een toepasselijke naam voor dit fragment. Overigens was ook de damzet niet aan hem besteed. De grote vraag is natuurlijk hoe zoiets mogelijk is. Wat de witspeler betreft, zijn rating zou er op kunnen wijzen dat dit een beginnende dammer is. Maar de zwartspeler, wiens naam met de mantel der liefde bedekt wordt, zou dit moeten kunnen zien. Wat het eerste fragment betreft, op dit niveau verwacht je een dergelijke fout niet, dus mogelijk dat hij er daarom niet op heeft gelet. Daarna wilde zwart natuurlijk de omklemming van zijn centrum verbreken, dus vandaar de ruil met 20-24, maar daarbij vergat hij naar de mogelijke gevolgen te kijken. Wat hij natuurlijk, met 10 minute voor de hele partij, wel had moeten doen.
Misser van de maand
Heel vreemd was het volgende fragment. Rienk van Marle was hier met wit in een verloren positie terecht gekomen en speelde 5-10. Nu had zijn tegenstander met 17-21 26x17 6x5 de winst kunnen binnenhalen, maar hij kwam op het idee van 27-32 (waarom??). Nu had Rienk 10x46 kunnen slaan en dan is er een remisestand ontstaan. In plaats daarvan gaf hij de partij gewonnen.
Vreemd, heel vreemd en als je dit zo ziet lijkt het een goede kandidaat voor de titel “Misser van de maand”, dus toch maar even Rienk om uitleg gevraagd. Hij vertelde dat hij deze partij als een soort tussendoortje had gespeeld. Toen hij 5-10 had gespeeld zag hij dat winst mogelijk was en omdat hij er van uit ging dat zijn tegenstander dat wel zou doen besloot hij de partij op te geven. Maar op hetzelfde moment dat hij zijn computer die opdracht gaf, speelde zijn tegenstander, blijkbaar een fractie eerder, 27-32, maar dat kon Rienk pas zien toen hij de opdracht al had ingegeven. Dat maakt het iets begrijpelijker.
Het laatste voorbeeld kan niet echt een misser genoemd worden. De witspeler, Freek Jongerman, speelde in deze stand 40-34. Hij had echter ook kunnen kiezen voor 39-34, omdat de “Coupe de la Bombe”, die zijn tegenstander dan kan nemen foutief is.
Mocht u dat bekend voorkomen, dat kan, want in een iets andere stand is dit zetje al eens eerder in deze serie verschenen. Blijkbaar toch iets om te onthouden.